Bosch 1644-24 Manuale Utente Pagina 190

  • Scaricare
  • Aggiungi ai miei manuali
  • Stampa
  • Pagina
    / 208
  • Indice
  • SEGNALIBRI
  • Valutato. / 5. Basato su recensioni clienti
Vedere la pagina 189
118
haar klanten uitstekende waar te leveren en de prijzen niet al te hoog te doen stijgen.
Tot 1904 was van Beuningen de ziel dezer maatschappij, toen moest hij haar aan
jongere krachten overlaten.
Van Beuningen werd 13 Dec. 1878 lid, 1889 onder-voorzitter en 1895 voorzitter
der Kamer van Koophandel te Utrecht, in 1878 lid van den gemeenteraad, 29 Mei
1888 lid der Provinciale staten van Utrecht en 9 Juni 1891 lid van de Tweede Kamer.
Na de ontbinding dier kamer werd hij 24 Apr. 1894 niet herkozen.
Te Utrecht was hij zeer geacht en bemind, er was bijna geen bestuur van openbaar
nut, waarvan hij geen lid was. Hij was voorzitter der handelssociëteit, voorzitter van
het bestuur der industrieen huishoudschool, van het kinderziekenhuis, van het
bestuur der vereeniging kunstnijverheid, eere-voorzitter van de arbeidsbeurs,
eere-voorzitter van den Protestantenbond, oprichter en bestuurslid van de
vereeniging de openbare leeszaal, bestuurslid van de vereeniging voor volksbaden,
van de ambachtschool enz.
Als voorzitter van de Kamer van Koophandel heeft hij eene beurs, eene fruithal,
de verbreeding van het deel van den leidschen Rijn onder de gemeente Utrecht en
de uitbreiding van het aantal hulppostkantoren tot stand gebracht.
Hij huwde 26 Sept. 1866 Anna Lavinia Brain, geb. in 1847, die hem
overleefde, en bij wie hij zeven zonen en zes dochters had.
Ramaer
[Beuningen, Koenraad van]
BEUNINGEN (Koenraad van) werd in 1622 (naar algemeen aangenomen wordt,
maar niet zeker bekend is) te Amsterdam geboren als zoon van Geurt Dirksz.
van Beuningen (gest. 1648, eveneens te Amsterdam geboren en schepen en
burgemeester van deze stad) en Aafje Appelman (gest. 1667); hij overleed
1693.
Koenraad bezocht de latijnsche school in zijn geboortestad, studeerde en
promoveerde vervolgens te Leiden in de rechten. Reeds als student toonde hij
groote belangstelling in de wijsbegeerte en de letteren en bleek hij geneigd tot een
stille levenswijze; groote sympathie gevoelde hij voor de secte der Collegianten,
wier bijeenkomsten te Rijnsburg hij placht te bezoeken.
Toch trad hij na de voltooiing zijner studiën in het openbare leven. Eerst woonde
hij, in 1642, korten tijd te Parijs als secretaris van Hugo de Groot. Reeds het volgend
jaar werd hij, op een-entwintigjarigen leeftijd, in diezelfde functie te Amsterdam
geroepen. Na zeven jaar echter legde hij dit ambt neer om zich ambteloos te
Rijnsburg te vestigen. Hier leefde hij gedurende een jaar zéer eenvoudig in den
kring der meest ‘nederige’ Collegianten en bezocht hij de vergaderingen ten huize
van den bakker Oudaen, vader van den dichter. Tegen de beginselen der
Collegianten in, nam hij echter na dit jaar het ambt aan van pensionaris der stad
Amsterdam.
In deze functie kreeg hij de gelegenheid om ook in de Staten van Holland zijn
groote bekwaamheid en kennis te toonen. Zijn talenten maakten hem spoedig tot
een gezocht vertegenwoordiger van zijn stad en van de Republiek.
Reeds dadelijk na zijn benoeming werd hij met het uitnoodigen der Staten van
Friesland ter Groote Vergadering belast; vervolgens werd hij naar Zeeland gezonden
om te trachten het aldaar genomen besluit tot het aanstellen van een
kapitein-generaal te doen uitstellen. Toen er een gezant naar Zweden noodig was
om een verdrag van vriendschap tot stand te brengen, werd van Beuningen om zijn
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 7
Vedere la pagina 189
1 2 ... 185 186 187 188 189 190 191 192 193 194 195 ... 207 208

Commenti su questo manuale

Nessun commento