Bosch 1644-24 Manuale Utente Pagina 154

  • Scaricare
  • Aggiungi ai miei manuali
  • Stampa
  • Pagina
    / 208
  • Indice
  • SEGNALIBRI
  • Valutato. / 5. Basato su recensioni clienti
Vedere la pagina 153
95
door inmenging van den Staat zouden worden geschaad. Een officieuse kennisgeving
vooraf zou derhalve, vooral op aandrang van B., tijdig worden gedaan, maar een
officieele
, gelijk de Regeering verlangde, heeft de internuntius nimmer beloofd en
is ook niet gegeven. Bekend is de verklaring van Thorbecke in zijn circulaire aan
de Commissarissen des Konings op 32 Maart 1853, nadat de pauselijke breve ‘Ex
qua die’ op 4 Maart was uitgevaardigd, en Pius IX in het consistorie van 7 Maart
zijn allocutie ‘Cum placuerit’ had gehouden. De Minister beklaagde zich daar, dat
de H. Stoel
met den slag
(d.i. onverhoeds) had gewaarschuwd. Een feit is echter,
dat de gezant te Rome, de Liedekerke, reeds op 22 Jan. 1853 den Minister van
buitenlandsche zaken had weten te berichten, waar de metropolitaanzetel zou
gevestigd worden en wie de nieuwe aartsbisschop zou zijn. Maar sterker nog, reeds
op 12 Jan. had B. dit alles door een tusschenpersoon aan Thorbecke zelf laten
boodschappen, en de mededeeling in het begin van Maart nogmaals persoonlijk
herhaald aan den secretaris-generaal van buitenlandsche zaken.
De April-storm, welke na deze maatregelen van den Paus losbrak, heeft het plan
wel kunnen bestrijden maar niet tegenhouden. De bezadigdheid van B. en van de
overige leiders der Katholieken hebben bovendien veel ertoe gebracht, dat de storm
betrekkelijk spoedig luwde. De internuntius bleef, zoolang het noodig was, de
raadgever van de nieuwe bisschoppen; met hen regelde hij het eerste en meest
noodzakelijke. Toen zijn werkzaamheid alhier op 14 Dec. 1855 een einde nam, kon
hij met voldoening op het verleden terugzien.
Zijn portret is gelithografeerd door F. Waanders.
Zie: Albers,
Herstel der bissch. Hiërarchie
II; Goulmy,
Hiërarchie en Wetboek
;
Mededl. v.h. Nederl. hist. Instituut te Rome
II (1922), 119; C. Broere,
Een bezadigd
woord aan mijne welgezinde protestantsche landgenooten
(den Haag 1853).
Hensen
[Bell, Theodorus van der]
BELL (Theodorus van der), geb. te St. Annaland 19 Sept. 1720, overl. te Rijnsburg
30 Maart 1794, zoon v. Johannes van der Bel, predikant te St. Annaland
1699-1732 en Cornelia van der Schoor. Hij studeerde te Leiden, werd
predikant te Rockanje 5 Jan. 1744, en te Rijnsburg 16 Jan. 1752. Hij schreef:
Het
zwaarwichtig werk van een getrouw Leeraar, voorgesteld en aangedrongen uit
2
Tim.
4:1-5, een bevestigingspreek (Rott. 1750); en andere leerredenen, o.a.
De
dankbaarheid als een noodzakelijke Pligt voorgesteld
(Amst. 1774) op het tweede
eeuwgetijde van Leidens beleg en ontzet;
De Wijsheid, Kennis en Vreeze des Heeren
als de vaste steunsels en grootste schat van een land en volk
(Amst. 1775) op het
tweede eeuwgetijde der leidsche hoogeschool; en een leerrede bij gelegenheid van
de inhuldiging van prins Willem V (Leid. 1751).
Hij had vijf kinderen van welke twee ook predikanten waren.
Zijn portret door H. Pothoven is gegraveerd door Houbraken.
Zie: Visscher en van Langeraad,
Biogr. Woordenb. v. Prot. Godgel. in
Ned.
I (1903), 415 v.;
Kerkelijk Handboek
(1907) Bijl., 151, 152, (1909) Bijl., 122.
Knipscheer
[Bellaart, Nicolaas]
BELLAART (Nicolaas), geb. te Haarlem 20 Juli 1696, overl. 27 Nov. 1768. Hij is
als wees opgevoed in het burgerweeshuis te Haarlem, studeerde te Leiden in de
godgeleerdheid, en was predikant te Leerdam van 28 Jan. 1728 tot zijn emeritaat
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 7
Vedere la pagina 153
1 2 ... 149 150 151 152 153 154 155 156 157 158 159 ... 207 208

Commenti su questo manuale

Nessun commento